Zeeheldenkwartier Den Haag
 
De geschiedenis van het Zeeheldenkwartier

Het Zeeheldenkwartier in Den Haag is, met ruim 10.000 inwoners en 25 nationaliteiten, een echte multiculturele wijk. Een sfeervolle buurt in de nabijheid van het centrum met sjieke herenhuizen, nieuwbouwflats en hofjes. Het Zeeheldenkwartier is een van de oudste Haagse stadswijken. Het grootste gedeelte is gebouwd tussen 1870-1890 in de veenpolder ‘t Kleine Veentje en bestaat eigenlijk uit een Zeeheldenbuurt en een Dichtersbuurt. Een recht stratenpatroon met een hoge bebouwingsdichtheid kenmerkt deze buurt.

In 1981 werd het Zeeheldenkwartier aangewezen tot stadsvernieuwings gebied. Naast sloop en nieuwbouw is een groot gedeelte van de particuliere woningvoorraad verbeterd. Het Elandplein, het Bonbonplein en het Jenny Plantsoen zijn aangelegd en de winkelstraten Piet Heinstraat, Prins Hendrikstraat en Zoutmanstraat kregen hun oude glorie terug.

Aanleg Zeeheldenkwartier
Voordat in 1868 de aanleg van het Zeeheldenkwartier begon, lagen op deze plaats boerderijen, buitens en tuinen. Het gebied stond bekend als de polder ‘t Kleine Veentje.
Het grootste gedeelte van het Zeeheldenkwartier is gebouwd tussen 1870 en 1890 en bestaat uit een zeeheldenbuurt en dichtersbuurt. Op onderstaande kaart uit 1874 zijn o.a. de Zorgvlietstraat (1874), Veenkade (1870), Westerbaenstraat (1867), de Riemerstraat (1867), Anna Paulownastraat (1867),Trompstraat (1872), De Ruyterstraat (1867) en Bazarstraat (1868) al aangelegd.



Zeeheldenkwartier in 1874

Stadsuitbreiding
Het Zeeheldenkwartier was ten noordwesten van Den Haag de tweede stadsuitbreiding.
De eerste was het chique Willemspark, aangelegd rond Plein 1813.

Oorspronkelijk zou het Zeeheldenkwartier door de gemeente worden opgezet. Rond 1860 had de gemeentearchitect Van der Waeyen Pieterzsen al getekende plannen voor een nieuwe wijk klaarliggen. Maar het Zeeheldenkwartier zou door particulieren worden aangelegd.



1877
Van de Spiegelstraat in aanleg, gezien vanuit de tuin van Huize Meerdervoort

Los van de officiële uitbreidingsplannen verschenen de eerste huisjes aan de Veenkade. De bouw van het Zeeheldenkwartier ging in 1868 van start. De opbouw van de wijk ging vanaf de Zeestraat naar de toen nog niet bestaande Waldeck Pyrmontkade. Het ging allemaal kleinschalig. Verschillende groepjes grondbeleggers werkten volkomen langs elkaar heen. Zij kochten, zo goed als ze dat konden betalen, één of meer weilanden en maakten daarop hun stratenplan. Een ander groepje kocht elders weer wat land en maakte een daarop niet aansluitend stratenplan. Als iemand te veel geld vroeg voor zijn land kon een geplande straat niet worden doorgetrokken. Onteigenen kon niet, dus liep die straat een aantal jaren gewoon dood in het weiland.

De door particulieren in gang gezette stadsuitbreiding was opgezet om winst te maken. Brede straten, bomen en parken leverden geen winst op en kwamen dus niet voor. De grond voor de straten werd weer verkocht aan de gemeente, die dan maar moest zorgen voor bestrating en riolering. Het enige officieel geplande groen bevindt zich op het Prins Hendrikplein.



1933 - Prins Hendrikplein

Anna Paulownapark
Een eerste plan voor bouwen in dit gebied kwam van de gemeente, maar stuitte op verzet van de eigenaresse van de grond Anna Paulowna. De weduwe van koning Willem II was te zeer gehecht aan de buitenplaats Rustenburg en het omliggende park. Na haar dood vond de gemeente het ongepast om een bod te doen op de grond van de overleden vorstin en was een groep particulieren de gemeente te snel af. Deze beleggers kochten de grond voor de nieuwe wijk.

Architect De Vletter ontwierp namens hen een plan waaruit een mooie wijk voor welgestelde Hagenaars ontstond. De eerste particuliere staduitbreiders konden niet meteen aan de slag. Zij voerden eerst jarenlange onderhandelingen met de gemeente over wie de straten, de riolering en de verlichting zou aanleggen. Het uitermate zuinige gemeentebestuur was wel voor particulier initiatief, maar dat moest niet ten koste gaan van de gemeente kas. De eerste groepen beleggers kwamen er financieel het beste af. Toen de gemeente doorkreeg dat zij meebetaalde aan de winst van een aantal beleggers, werd zij strenger. De gemeente wilde de grond gratis hebben, rijp voor bestrating. De bestrating zou er bovendien pas komen als de gemeente vond dat er voldoende mensen woonden. Voor de beleggers was dit een tegenvaller. Huizen en bouwgrond aan een zandpad verkochten minder goed dan die aan een bestrate weg. De buurt rond het Anna Paulownaplein werd het mooiste deel van de wijk en was het eerst aangelegd. Verder richting Zoutmanstraat ging het bouwen minder snel. De bebouwing in het gebied tussen de Elandstraat, toen nog de Elandsloot, en de Veenkade, ging sneller.



1890 - Waldeck Pyrmontkade (voormalige Saxen-Weimarlaan)
tussen Elandstraat en Veenkade. Links de Haan- en rechts de Haasmolen.

Dichtersbuurt
Het gebied tussen de Elandsloot en de Veenkade was rond 1850 nog een schilderachtig gebied met tuinen en sloten, in gebruik bij tuinders die er groente verbouwden en bloemen teelden. Dit gebied werd in snel tempo volgebouwd en werd bekend als Dichtersbuurt, aangezien de straten naar dichters werden vernoemd. Ook deze buurt werd opgezet voor de bouw van duurdere huizen, maar tussen deze huizen werden veel kleinere huizen gebouwd. Het werd dus een eenvoudiger buurt dan het gedeelte boven de Piet Heinstraat. De buurt was zeer bedrijvig. Niet alleen kwam er een groentemarkt, maar in 1874 verrees op de plek van de huidige Crispijnstraat een indrukwekkende houtzaagmolen. De Elandstraat liep tot 1900 dood op een zogenaamd balkengat, een bij de houtzaagmolen horende vijver voor de boomstammen. Later werd hij doorgetrokken tot de Waldeck Pyrmontkade. De nog door Vincent van Gogh vereeuwigde molen werd hierna met de zagerij gesloopt. Op die plek ontstond in 1917 de Crispijnstraat.



ca. 1900 - Kerk in de Elandstraat

Elandstraat - Laan van Meerdervoort
De bebouwing in het gebied tussen de Elandstraat en de Laan van Meerdervoort ging Langzamer dan in de Dichtersbuurt. Toch bouwde men daar sneller dan dat zich kopers aandienden. De bouwers moesten de huizen ver beneden de waarde verkopen. De Laan van Meerdervoort sloot qua deftigheid goed aan op het Anna Paulownapark. Heel lang bleef de Laan van Meerdervoort spaarzaam bebouwd met wat chique villa's en drie ziekenhuizen. De gaten werden langzaam gevuld met herenhuizen.

In 1884 werd er al gebouwd aan de Zoutmanstraat. In de periode tot 1890 werd het gebied tot de Waldeck Pyrmontkade volgebouwd. De Hagenaar van die tijd bekeek al die nieuwbouw met gemengde gevoelens. Het deel rond het Anna Paulownapark ging nog wel. De huizen zaten daar even ruim in het groen als de eigenaars in hun winstgevende Indische plantages. In het echt naar zeehelden genoemde deel van de wijk woonden voornamelijk ambtenaren, officieren en gepensioneerde Indische ambtenaren en militairen, die het minder breed hadden. De Piet Heinstraat en de Witte de Withstraat werden de winkelstraten van de wijk. Het werden tevens de verkeersaders door de wijk. Maar de andere straten vormden een belemmering voor de verkeersbeweging van het oude centrum naar de nieuwe wijken die langs de Laan van Meerdervoort werden aangelegd. Ook in het centrum liep het verkeer steeds erger vast. Het was de hoogste tijd voor een paar fikse doorbraken.

Doorbraak Vondelstraat
Tot de aanleg van een aantal nieuwe verkeerswegen door het centrum werd besloten in het verkeersplan van 1909. Als gevolg van dit plan werden grote delen van het centrum onherkenbaar veranderd. In de jaren twintig ontstond er een grote verkeersweg van de Prinsegracht naar de Laan van Meerdervoort. Hierbij werd de Jan Hendrikstraat aangelegd, de smalle Torenstraat verbreed en de Vondelstraat aangelegd. Alleen voor de aanleg van de Vondelstraat moesten in een tijd van grote woningnood 469 woningen worden gesloopt. De sloop van oude straten in de Dichtersbuurt hield de gemoederen druk bezig. Winkeliers van de Piet Heinstraat en de Witte de Withstraat vreesden achteruitgang van klandizie en klaagden over de stof van het sloopwerk. Dat er tevens een onguur hoerenbuurtje werd gesloopt kon men wel toejuichen.



1935 - Vondelstraat

De wijk kwam de oorlog vrijwel onbeschadigd door. Alleen aan de Zorgvlietstraat raakten enkele panden beschadigd. In de De Ruyterstraat werden twee panden zwaar beschadigd door een vliegtuigbom.

Schets van de wijk
De wijk werd gebouwd voor wat toen de 'middenstand' was. Dat gold vooral voor het deel tussen de Laan van Meerdervoort en Elandstraat. Winst was het enige motief voor deze stadsuitbreiding, zodat elke vierkante meter werd volgebouwd. De wijk kende ook een aantal arbeiderswoningen in de vorm van hofjes. Vanouds verstopte Den Haag de armoedige woningcomplexen voor arbeiders in hofjes die vanaf de straatkant niet zichtbaar waren. Aan de straatkant waren alleen de huizen van de gegoede burgerij te zien. In de Trompstraat waren vijf van zulke hofjes, waarvan er één nog steeds bestaat. De oorspronkelijke hofjes in andere straten, zoals in de Westerbaenstraat, zijn alle verdwenen.

Het wijkdeel tussen de Elandstraat en de Veenkade had een meer gemengd karakter. De Elandstraat huisvestte bij het Piet Heinplein nog wel een kunstschilder en enkele artsen, maar in de buurt van de Zorgvlietstraat werd de straat wel armoedig genoemd. Het in de Westerbaenstraat gelegen gebouw Walhalla van de Sociaal-Democratische Bond trok vaak rumoerige groepen arbeiders naar de wijk.

De wijk werd gebouwd in de bouwstijl van die tijd, het eclecticisme. Deze moeilijke naam staat voor een statige mengeling van vroegere bouwstijlen in één gebouw. Vooral tussen de Zeestraat en de Zoutmanstraat bouwde men deze stijl. Tussen de Zoutmanstraat en de Waldeck Pyrmontkade werd ook in neorenaissancestijl gebouwd. Hoewel de wijk rond 1900 al vrijwel volgebouwd was, vind je toch veel van de rond die tijd populaire Art Nouveaustijl in de wijk terug.



ca. 1900 - Piet Heinstraat

Rond 1900 kwamen in de Piet Heinstraat, Witte de Withstraat, Zoutmanstraat en Prins Hendrikstraat veel winkels. Zodoende werden de parterres verbouwd en dat gebeurde vaak in het zwierige Art Nouveau. Ook elders in de wijk werden de woningen niet gespaard. Er kwamen steeds meer kantoren. Pas recent wordt door de stadsvernieuwing geprobeerd de wijk weer een duidelijke woonfunctie te geven. De bedrijvigheid ten noorden van de Elandstraat bestond vooral uit kantoren en kleine bouwbedrijfjes. Er waren naar verhouding veel financiële instellingen en verzekeringsmaatschappijen. De grote meubelfabriek Mutters aan de Piet Heinstraat trok veel kleine toeleveringsbedrijven op het gebied van houtbewerking naar de wijk. Naar de Veenkade lagen tot 1933 de drukke aardappelmarkt en de fruitmarkt. De groentemarkt was net buiten de wijkgrens aan de Noordstraat.

Een andere grote werkgever was de PTT. Het eerste gebouw van de Postcheque- en Girodienst stond in de Van Speijkstraat. Grotere kantoren verrezen aan de Kortenaerkade. In 1931 werd naar ontwerp van architect Jan Wils een schitterend kantoor neergezet voor Olveh verzekeringsmaatschappij. Dit gebouw is in 1969 gesloopt.



1932
Het Olveh gebouw van architect Jan Wils op de hoek van de Kortenaerkade
en Anna Paulownastraat dat in 1969 is gesloopt.

Meer historische foto's bij de > straten

Bron: "Zeeheldenkwartier" een uitgave van het Haags Gemeentearchief in 1994






Kaart
Zeeheldenkwartier



 

ca. 1900
Houtzaagmolen
Prins van Oranje
op de plek waar later
de Crispijnstraat
is aangelegd.

  • Berichten
    uit de Vorige Eeuw


    In november 2002 is er
    een speciale uitgave van
    de wijkkrant verschenen
    met "Berichten uit
    de Vorige Eeuw".


    1910
    Tasmanstraat hoek
    Prins Hendrikstraat



    1868
    Het gemeentebestuur geeft toestemming voor het aanleggen van het Anna Paulownaplein,
    de Trompstraat, het noordelijk deel van de Anna Paulownastraat
    en de De Riemerstraat.
    De plannen zijn van architect S.J. de Vletter. Voor de officiële goedkeuring zijn er al illegaal straten aangelegd en bebouwd.




    1917
    De Crispijnstraat
    wordt aangelegd, oorspronkelijk als de Groen van Prinstererstraat.
    Toen later de Schoenmaker Vakschool werd gebouwd is de straat omgedoopt tot Crispijnstraat, naar de beschermheilige van
    het Schoenmakersgilde.




    1927
    De Vondelstraat wordt dwars door bestaande straten heen aangelegd om een snelle verbinding te realiseren tussen het centrum en de Laan van Meerdervoort.
    De plannen van aanleg zijn van Berlage.




    1988 - 1994
    Veel huizen worden gesloopt en enkele straten verdwijnen volledig om plaats te maken voor stadsvernieuwings projecten. Nieuwe groenvoorzieningen worden gecreëerd en
    de winkelstraten Piet Heinstraat, Prins Hendrikstraat en Zoutmanstraat worden in ere hersteld.