(1876) - Vernoemd naar de rechtsgeleerde, theoloog en staatsman Hugo de Groot (Grotius) (1583-1645). Hij wordt beschouwd als de grondlegger van het volkenrecht door zijn wereld-beroemde werk over het recht van oorlog en vrede. Als aanhanger van de remonstranten werd hij tot levenslange gevangenisstraf veroordeeld (1618), maar wist in een boekenkist uit slot Loevestein te ontsnappen (1621). Hij vestigde zich daarna in het buitenland en was van 1636-1644 ambassadeur van Zweden in Parijs.